Theoensheila.reismee.nl

Home sweet home

De complete middenrij in het vliegtuig die we voor onszelf ter beschikking hadden zou een redelijke nachtrust moeten garanderen. We hadden een paar slaappilletjes ingenomen voor de 14 uur durende vlucht van Quito naar Madrid. Met ook nog eens een goed glas wijn in het vliegtuig keken we uit naar de beste vlucht dit jaar...

Totaal gebroken, gedepriveerd van enige slaap en volledig in de war stapten we in de hoofdstad van Spanje uit (de nacht was, zoals vaker dit jaar, dus niet helemaal naar verwachting gegaan). Even later waren we bang dat de bagage niet van de band kwam rollen, maar na een tijdje wachtten kwam dat ook nog goed. De metro nam ons, met Europees comfort, naar het centrum van de stad.

De heerlijke etens- en drankjesgeuren kwamen onze neus al binnen voordat we de metro nog maar uit waren. Door alle herkenbare geuren (helaas zat hier de sigarettengeur ook bij), voelden we ons gelijk weer thuis op ons eigen continent. Ook de kou die ons om de oren sloeg liet ons merken dat we niet meer in Zuid-Amerika waren. We checkten in in ons hotelletje en na een heerlijke douche sliepen we een uurtje bij.

's Avonds genoten we van het beste wat de Spaanse keuken te bieden heeft: tapas. Deze kleine hapjes die per wet zijn ingevoerd, zijn een wezenlijk deel van de cultuur. Om het alcoholisme tegen te gaan kondigde de Spaanse vorst destijds af om bij ieder drankje een hapje te serveren om zo minder snel beschonken te raken. Die regel is alweer afgeschaft maar de hapjes zijn gebleven. Temidden van de unieke horeca-gezelligheid (die we echt nergens anders ter wereld hebben gevonden) beleefden we een topavond.

Op onze tweede dag in Madrid sloten we ons 's ochtends aan bij de gratis stadstour vanaf de Plaza Mayor. Net als in Santiago (Chili) vertelde de gids (die op basis van fooien werkt) vol enthousiasme over de stad terwijl we langs de grootste trekpleisters geleid werden. In de op één na lawaaierigste stad ter wereld had de gids een behoorlijke kluif om zichzelf verstaanbaar te maken, maar aan het eind van de tour hadden we toch weer wat nuttige dingen opgestoken. Het diner was wederom een feest en we probeerden 's nachts, met onze jet-lag (ook niet de eerste dit jaar) een paar uur slaap te vatten.

In het vliegtuig naar huis hadden we behoorlijk dubbele gevoelens. Na een jaar van familie en vrienden weg te zijn geweest zagen we er naar uit om iedereen weer te zien, maar ook was daar het gevoel dat we afscheid namen van een geweldig avontuur. Toen de deuren van de aankomsthal op Schiphol opengingen vergaten we die verdrietige gevoelens meteen, want een grote groep vrienden en familie had de reis naar Amsterdam voor ons gemaakt. Het weerzien was als thuiskomen na een lange reis.

Terugkijkend kunnen we zeggen dat we een topjaar hebben gehad. We zijn erg dankbaar dat we het hele jaar gezond zijn gebleven en geen (hele) vervelende dingen hebben meegemaakt. Ook willen we nog iedereen bedanken die (bijvoorbeeld door een berichtje op deze website) zo heeft meegeleeft, het was voor ons een hele steun (en stimulans om de website bij te houden).

De beste wensen voor het nieuwe jaar! Dat al jullie dromen maar mogen uitkomen.

Wist u dat:

  • We niet wisten wat we aan moesten met het wc-papier na gebruik? (we hadden die maanden lang in een prullenbakje naast de wc gedeponeerd).
  • Ons interne veiligheids-alarm afging toen we alle 'rondslingerende' telefoons voor het grijpen zagen liggen naast mensen in bar's en café's?
  • Als je in Zuid-Amerika je je telefoon o.i.d. ook maar een minuut uit het oog verliest, hij daarna weg is?
  • We moesten wennen aan de euro?
  • De jet-lag, naast de extreme vermoeidheid ons deed terug voelen op de boot door de 'deinende' duizeligheid?
  • De kerst en nieuwjaar erg gezellig waren?
  • We (ook nog) een nieuwe fotoserie hebben geplaatst met de onderwater-foto's van de Galapagos eilanden?

Compassion

Verrassend genoeg bleek Quito toch nog een hele mooie en sfeervolle kant te hebben. Nu we, na terugkomst van de Galapagos-eilanden, in een ander deel van de uitgestrekte stad verbleven maakte de stad op ons een hele andere, positieve indruk. We voelden ons zowaar veilig (overdag) en konden zo optimaal van de oude stad genieten.

Zeven uur in noordwestelijke richting met de bus, door het opvallend groene Ecuador heen, bracht ons in het strandplaatsje Atacames. Wat gelijk opviel was de bevolking, die veranderde van Ecuadoriaans getint naar Afrikaans zwart, een overblijfsel uit de tijd van de (suikerriet) slavernij. We hadden twee hele dagen (van de nu snel slinkende vrije tijd) uitgetrokken om eens lekker niks te doen op het strand. De eerste avond viel het hostel nogal tegen, we vertrouwden het personeel niet (en dan laat je je tassen toch wat minder fijn achter) en de kamer was toch ook al niet zo schoon (lees: heel vies). Op dag twee regelden we het beter voor onszelf, voor maar een beetje meer vonden we een leuk hotel met balkon en zwembad op het dak.

Aan het strand, net voor ons hotel, waren minstens twintig houten restaurantjes (bestaande uit niet meer dan een rieten dak en een paar tafels en stoelen) die allemaal hetzelfde te koop hadden, de op die dag gevangen vis. Wij probeerden de lokale specialiteit, ceviche, een koude vissoep met veel ui en limoen. Zoals in de fotoserie te zien is, zag het er niet uit (maar het smaakte prima). De zon brak de volgende ochtend speciaal voor ons nog even door (in de overwegend bewolkte december-maand) waardoor we nog even lekker aan onze kleur konden werken op het strand. 's Avonds werden we een keer goed aangeschoten van de Caipirinha's, we geven de lage prijs van de cocktails (één dollar) de schuld.

Nog nagenietend van de vorige avond, dat wil zeggen: met een flinke kater (we zijn blijkbaar geen twintig meer), gingen we naar de nabijgelegen stad Esmeraldas. Hier hadden we afgesproken met Karla, een Ecuadoriaans meisje van vijf, die Theo zijn ouders financieël hebben geadopteerd. Samen met haar moeder en een vertegenwoordiger van Compassion (de christelijke adoptie-organisatie) beleefden we een bijzondere dag. We bezochten hun (nogal spartaanse) huis, gingen langs de kerk om het project te bezoeken dat daar voor de kinderen wordt verzorgd en lunchten gezamelijk (bij de KFC). Als laatste konden we de familie nog blij maken met een rondje door de supermarkt, waar ze een karretje noodzakelijke boodschappen inlaadden.

Diezelfde middag verlieten (ontvluchtten) we de stad nog door de bus terug te nemen naar Quito. Esmeraldas is wat je noemt niet echt toeristisch en ronduit gevaarlijk als je er, zoals ons, als een buitenlander uitziet. Terug in de hoofdstad (voor de derde keer nu) bezochtten we het grote monument dat op de evenaar is geplaatst. Een duidelijke gele lijn geeft aan waar de scheiding ligt tussen het noordelijke en het zuidelijke halfrond. Het uitstapje kostte (retour) zo'n drie uur met het openbaar vervoer, maar het is dan ook niet elke dag dat je op de evenaar kunnen zijn. Op de valreep maakten we nog een presidentieële ceremonie mee.
Afsluitend kunnen we zeggen dat Zuid-Amerika (ons derde en tevens laatste deel van de reis) ons onwijs goed is bevallen. We hebben in drie maanden zo ontzettend veel mooie en heel verschillende natuur, cultuur en vooral ook mensen gezien. Ook bleek de reputatie van dit continent (gevaarlijk) helemaal niet juist. We hebben geen enkel vervelend incident meegemaakt, al moeten we zeggen dat we wel continue op onze hoede zijn geweest en zo ongetwijfeld wat leed hebben vermeden. Onze persoonlijke hoogtepunten: Paaseiland, de droogste woestijn ter wereld (Noord-Chili), de zoutvlaktes van Bolivia, Machu Picchu (natuurlijk) en de Galapagos-eilanden zullen ons nog lang bij blijven.

Kortom: Hasta luego (tot later) Sud America!

Wist u dat:

  • Dit niet ons laatste reisverhaal is, vanavond vliegen we (in dertien uur) nog voor twee dagen naar Madrid.
  • We in deze vlucht voor de derde keer een tussenstop zullen maken in Guayaquil, maar daar nog nooit een stap hebben gezet?
  • We letterlijk nog geen twee minuten op straat waren in Esmeraldas toen de politie ons in duidelijke (Spaanse) taal uitlegde dat we hier niet over straat moesten lopen?
  • De Fransen die in de 1736 uitrekenden waar de evenaar lag (en waar nu het monument staat) er 300 meter naast zaten? (de GPS was er toen nog niet)
  • Veertig procent van de Ecuadorianen onder de armoedegrens leeft?
  • Eén van deze arme (post) mensen onze USB-stick uit de envelop heeft gepikt, die we als foto-backup naar huis hadden gestuurd?
  • Wisselgeld hier een enorm schaars goed is, als je met een briefje van tien dollar of meer betaalt, eindigt het verhaal erin dat of jij, of de kassamedewerkster op pad moet om te wisselen.
  • Hugo (de neef van Sheila) destijds een klein sandwich zaakje had gevonden die voor hem voor het culinaire hoogtepunt van Zuid-Amerika had gezorgd en wij bij datzelfde zaakje hebben gegeten?
  • We donderdagavond om 18:20 uur verwachten op Schiphol te staan? (vluchtnummer IB 3250)
  • En dat het voor ons nog erg onwerkelijk lijkt dat onze 'oneindige' reis over 3 dagen ophoudt?

Pirates of the Galapagos

Het ging dan eindelijk echt beginnen, we hadden er zo lang naar uit gekeken. De duizend kilometer van het vasteland van Ecuador naar de Galapagos-eilanden legden we per vliegtuig af. Onze gids, Eduardo, wachtte ons op en we vertrokken naar de haven waar 'ons' schip al lag te wachten. We kregen een hut met badkamer toegewezen waar we de komende acht dagen in zouden slapen. Een welkomst-cocktail met de andere veertien toeristen gaf een goede 'kick-off' voor de cruise.

De eilanden-groep bestaat uit dertien grote (en heel veel kleine) eilanden en nemen 50.000 vierkante kilometer zee in beslag. De mens heeft in de geschiedenis totaal geen invloed gehad op de eilanden (ze werden pas in 1535 ontdekt) wat heeft gezorgd voor een uniek natuurgebied. De meeste dieren (waarvan 23 procent trouwens nergens anders ter wereld te vinden is) zijn totaal onbevreesd voor mensen. Charles Darwin ontwikkelde hier in 1835 de evolutietheorie, die zegt dat dieren zich aanpassen aan hun omgeving.
Later voegde hij eraan toe dat hij dacht dat de mens van de apen afstamt.

Geen tijd werd verspild door de 7-koppige bemanning. We gingen, even verderop, gelijk alweer aan land met de zodiac's (rubberen bootjes) voor een eerste kennismaking met de dieren. Op de kleine betonnen pier werd ons de weg versperd door de zeehonden en hun kleintjes, de landleguanen lagen te zonnen, in het blauwe water zagen we de zeeschildpadden zwemmen, de blue-footed-boobies (vogels met blauwe voeten) poseerden geduldig voor de foto's en de grote fregatvogels zweefden vlak over onze hoofden. Wat een welkom op de Galapagos!

Terug op de boot werden verwend met heerlijke snacks en drankjes. De bemanning was heel professioneel en lieten ons meteen thuis voelen. Drie keer per dag stond een uitgebreid buffet klaar om het volgeplande programma de baas- en het soms erg koude water aan te kunnen. Want ondanks de wetsuits was het snorkelen soms ronduit een arctische ervaring, maar de kou was het meer dan waard. Het onderwater leven van de eilanden is enorm gevarieërd doordat van vier richtingen verschillende zeestromen aangevoerd worden. Door het verschil in temperatuur kunnen hier zowel pinguïns, zeehonden, zee-leguanen, dolfijnen, walvissen, zeeschildpadden, haaien en de meest uiteenlopende soorten (tropische) vissen leven. Al deze soorten (behalve de walvissen) zagen we tijdens het snorkelen van dichtbij, maar de baby zeehondjes die minutenlang geweldig arcrobatisch met ons speelden lieten de meeste indruk achter. Wat een voorrecht om hier te kunnen zijn.

De eerste nacht was eigenlijk het enige waar we niet van hebben kunnen genieten. Omdat de boot maar vijftien km/uur kan varen, legden we de grote afstanden 's nachts af.
Het geschommel van de boot door de ruige zee en de herrie van de motoren (door onze oordoppen heen) maakten het een erg onrustige nacht. De ongemakken waren weer eens snel vergeten toen we de gigantische (land) schildpadden, eerst in gevangenschap en later in het wild, zagen. Bijzonder was 'Lonesome George', een reuze-schildpad die als enige overblijver van zijn soort veertig jaar geleden werd gevonden. Tot nu toe zijn de pogingen om hem te laten voortplanten met een andere soort, die DNA-technisch de dichtste verwanten zijn, onvruchtbaar gebleken (let op de woordspeling).

We legden aan in een baai waar vroeger piraten gebruik van maakten. De bemanning verraste ons met de mededeling dat we kostuums moesten improviseren voor een piratenfeest, een goed uur later. Beoordeel zelf of we zijn geslaagd een geloofwaardige zeerover neer te zetten, we hebben in ieder geval een erg gezellige avond gehad.

De rest van de dagen maakten we iedere keer minstens één, maar vaak meerdere wandelingen en snorkeltochten. Ook bezochten we een van de grootste kraters ter wereld (met een doorsnede van 10 km).
We zullen de foto's de rest van het verhaal laten vertellen.

Wist u dat:

  • De (blue-footed-) boobies niet vernoemd zijn naar wat jullie allemaal denken maar dat, door hun lome, trage gedrag ze naar het woord 'bobo' (achterlijk in het Spaans) zijn vernoemd?
  • We de evenaar twee keer kruisden met de boot?
  • De grootste landschildpadden tot wel 500 kg kunnen groeien en hun schild dan 1.80 bij 1.20 meter meet?
  • Het op de Galapagos nog een uur vroeger is dan op het vasteland (zeven in totaal)?
  • We meer last hadden van duizeligheid aan land (na het varen) dan van zeeziekte op de boot?
  • We dit keer geen keuze konden maken welke foto´s we op de website zouden zetten en ze er dus nu allemaal op staan?
  • We allebei minstens vijf kilo zijn aangekomen deze week?

Vulkanisch Ecuador

De grensovergang bracht ook gelijk een totaal andere wereld op ons netvlies. Waar Noord-Peru nogal droog, plat en leeg was, begonnen we Ecuador met groenbedekte heuvels, bananenplantages en veel akkerbouw. Het dichtstbevolkte land van Zuid-Amerika (met 15 miljoen inwoners en vier keer groter dan Nl.) maakte op ons een hele fijne indruk, met vriendelijke en zeer geïnteresseerde mensen. Daarnaast lijkt Ecuador ook net iets rijker, met meer personenauto´s en grotere huizen dan in Peru.

Die goede eerste indruk zette zich voort in het plaatsje waar we voor een paar dagen 'kamp opzetten', Cuenca. We kwamen in de regen aan, een trend die zich tot nu toe elke middag voortzet. De stad is een toevluchtsoord voor gepensioneerde Amerikanen die hier genieten van de schitterende stad, het milde klimaat en de (relatief, daarover later meer) lage criminaliteit. We zijn het, voor de verandering, een keer roerend eens met de Amerikanen, Cuenca is één van de mooiste steden die we dit jaar zagen. Ook de verandering in klimaat, nog steeds warm maar een verkoelend buitje in de namiddag, kunnen we wel waarderen. Toch zit de regen na maanden droogte nog niet helemaal in ons systeem, we hebben minstens een half uur, boven in een klimtoren van de speeltuin, geschuild voor een plotseling opkomend buitje (en hebben uiteindelijk een taxi naar het hostel terug genomen).

'Next on the list' was Banos, een dorpje dat als enige bestaansrecht het toerisme heeft. Dat klinkt een beetje negatief maar recentelijk zeggen we dat een toeristische plek meestal niet voor niets toeristisch is, deze plekken resulteren vaak (mits ze niet totaal overlopen zijn door reizigers) in de beste reiservaringen. Het dorpje biedt in zijn groene, bergachtige vallei een veelvoud aan avontuurlijke activiteiten. Wij besloten het met een plons in één van de thermaalbaden en een nachtelijke bezichtiging van de vulkaan, wat rustiger aan te doen.

Deze vulkaan (de Tungurahua, mocht je de vraag ooit bij weekend miljonairs krijgen) is, behalve ruim 5000 meter hoog, vooral ook heel actief. Overdag is de top vaak verhuld door de wolken, maar de avond dat wij naar het uitzichtpunt (op veilige afstand) werden gebracht, was de vulkaan gelukkig goed zichtbaar. De roodgloeiende lava die uit de krater werd gespuwd was als een baken in de nacht. Nooit eerder zagen we dit prachtige schouwspel van vuur en rook. Wat zien we dit jaar de natuur op de meest fantastische, uiteenlopende wijzen.

Quito, de hoofdstad van Ecuador was maar dik drie uur verder met de bus (eindelijk waren daar de lang-naar-uit-gekeken, kortere reistijden t.o.v Peru). De reputatie van deze gevaarlijke stad was hem al ruim voorgegaan. Sinds we in Zuid-Amerika zijn horen we alleen maar slechte verhalen van andere reizigers over deze stad. We namen dus geen risico en verbleven in het oude, veiligere gedeelte van de stad (en niet in de 'backpackers-area' met alle bars en discotheken maar ook met veel meer overvallen).

Met de lokale bussen kostte het ons precies 2,50 dollar per persoon om naar het plaatsje Otavalo te reizen. De dag ervoor hadden we een tour gezien die ons erheen wilde brengen voor 40 dollar, wat een idee geeft dat we vaak tijd inleveren (want snel is het openbaar vervoer nooit) om geld te besparen. Otavalo houdt op zaterdagmiddag de grootste markt van Zuid-Amerika en begon daarmee nog voordat de Inca's hier regeerden. Ons dagje uit liep uit op een behoorlijk fiasco omdat we geen geld konden pinnen en vrij snel terug moesten. Ecuador is echt niet lief voor onze pinpassen, het is elke keer een drama om een paar dollar uit de muur te krijgen.

De voornaamste reden voor ons verblijf in Quito was een betaalbare boot-tour te boeken voor de Galapagos eilanden. Na een ochtend informeren en vergelijken boekten we een veelbelovende boot die ons in 8 dagen over een groot gedeelte van de eilandengroep neemt. We gaven net iets meer uit dan ons budget (ahum..) maar we hopen jullie volgende week te kunnen vertellen dat het het meer dan waard was. Morgen stappen we op het vliegtuig naar deze absolute reizigersdroom. Op naar de reusachtige schildpadden, blue-footed-boobies, leguanen, pinguïns, haaien, flamingo's en wie weet wat allemaal nog meer.

Wist u dat:

  • Ecuador, na een dramatische economische recessie, de Amerikaanse dollar als munteenheid heeft ingevoerd (in 2000)?
  • De reden voor het 'niet scheren' Theo was ontnomen, nu Ecuador geen hekel blijkt te hebben aan de gladgeschoren Amerikanen?
  • We een avond naar de bioscoop zijn geweest en hebben genoten van de film (met Spaanse ondertiteling)?
  • We langs de bananen-hoofdstad van de wereld, Machala, zijn gereden?
  • We voor het eerst in twee maanden zelf hebben gekookt (en onze darmen, na weken protest, weer tot rust zijn gekomen)?
  • De kinderen in Zuid-Amerika ongelofelijk zoet zijn, we horen ze nooit klagen zelfs al worden ze (vaak weggestopt op een krap plekje op de vloer) op lange, zware en saaie busritten meegenomen?
  • Ecuador rijk is aan 900 miljoen vaten olie in de Amazone en dat bijna alle rijke landen (behalve Amerika) betalen om die olie onaangeraakt te laten uit angst voor schade aan de natuur?
  • We dit jaar nog niet hebben 'geshopt' en dat we eigenlijk van plan waren daar in Otavalo verandering in te brengen?
  • De laatste gevechten, om een grens-dispuut, met Peru pas werden afgesloten in 1998 (en Ecuador verloor)?
  • We voor komende week een analoge-onderwater-camera hebben gekocht en we hopen dat er nog bedrijven in Nederland zijn die nog fotorolletjes ontwikkelen...

Adios Peru

Meneer en (bijna) mevrouw De Jong waren blij verrast door alle felicitaties en vele gelukwensen naar aanleiding van ons heugdelijk nieuws in het vorige verhaal (en nu, voor de verandering even serieus: iedereen heel erg bedankt voor de enorme hoeveelheid leuke, lieve en mooie reacties, het heeft echt toegevoegd aan ons geluksgevoel). Bedankt!

De hoofdstad Lima was leuk voor een dag of twee, maar voor ons was dat ook wel weer genoeg. De stad biedt niks meer dan welke grote stad waar ook ter wereld. Opvallend was wel dat we voor de eerste keer in Zuid-Amerika redelijk veel westerse invloeden, zoals McDonalds, KFC en Starbucks tegen kwamen.

Wederom brachten we de nacht door, niet in een comfortabel hostelbed, maar in een stoel van een toeristenbus (voor de volgende reis heeft Theo al besloten om 20 centimeter van zijn lengte thuis achter te laten). We werden 's ochtends wakker in Huaraz, het beginpunt voor al het spannends wat te doen is in de Cordillera Blanca. Deze bergketen, een onderdeel van de Andes, is het op één na hoogste gebergte ter wereld. Alleen de Himalaya's zijn hoger. Wij kozen een uitstapje naar een gletsjer en waren op 5000 meter hoogte blij dat we niet voor een vierdaagse tour hadden gekozen omdat hier nog maar de helft van de normale hoeveelheid zuurstof is.


Desalniettemin was de gletsjer, met zijn blauwe ijs erg indrukwekkend om te zien en waren de enorme Puya Raimondi's, met een maximale hoogte van 10 meter een interessant 'extraatje' op deze dag. Helaas waren we, zoals wel vaker, weer eens verkeerd geïnformeerd (lees: erin geluisd) door de handige verkoper, die ons een uur liet wachten bij een door hem uitgekozen restaurantje voor de lunch. Wij hadden ons eigen eten vooraf geregeld (no sir, we bring you directly back to the hostel..) en gebruikten de 'vertraging' voor een rustige verkenning te voet van het Peruaanse dorpje, dat klaarblijkelijk hiervoor nog maar weinig blanke toeristen had gezien.

Met de bedoeling even een paar dagen bij te komen van de laatste intensieve reisdagen, offerden we nogmaals een goede nachtrust op voor een slaapbus naar Huanchaco, met zijn goudgele stranden en bruisende nachtleven. Die stranden bleken helaas vervuild te zijn door allerlei afval en het was er al moeilijk een fatsoenlijk ontbijt te krijgen (het seizoen moest blijkbaar nog beginnen), laat staan dat er de rest van de dag wat te beleven viel. We zetten de reis dus snel weer voort.

Even verderop (4 uur met de bus) wachtte ons in Chiclayo wel een interessante bezienswaardigheid, het museum van de 'Senor de Sipan'. Deze hooggeplaatste edelheer, die ergens tussen 100 en 800 na Christus leefde, hebben ze destijds als een Egyptische farao begraven in een enorm bouwwerk, vergezeld door andere (belangrijke) overledenen en duizenden handgemaakte geschenken. De camera's werden helaas uit het museum geweerd, dus jullie zullen zelf een keer naar binnen moeten (of zie: http://en.m.wikipedia.org/wiki/Lord_of_Sipán) om met eigen ogen te zien hoe ongelofelijk veel werk er is gemaakt voor de reis naar het hiernamaals van deze meneer.

Driemaal is scheepsrecht, de derde (noodzakelijke) nachtbus deze week bracht ons naar het uiterste noorden van Peru, naar Tumbes. Langzaam aan raken we echt een beetje uitgeb(l)ust. Het ene dagje dat we namen om uit te rusten van de reis (en te vieren dat dit waarschijnlijk de laatste nachtbus van het jaar was), genoten we samen op het strand van de warme zon en een koud biertje.
Inmiddels zijn we de grens met Ecuador overgestoken, waar ons (hopelijk) nog twee hoogtepunten wachten: een bezoek aan het adoptiekindje van Theo zijn ouders en een bezoek aan de befaamde Galapagos eilanden.

Wist u dat:

  • We in totaal, in ruim drie en een halve week Peru, 95 uur! in de bus hebben gezeten?
  • Dat meer dan twee normale werkweken is (en voor Theo wel drie of vier, oké vijf dan..)?
  • We onze eerste nacht apart van elkaar hebben geslapen als verloofd stel? (er waren nog maar twee slaapstoelen in de bus beschikbaar, op verschillende verdiepingen)
  • We uitkijken naar de kortere reistijden in Ecuador, wat 'slechts' vier keer groter is dan Nederland?
  • De Cordillera Blanca 22 toppen hoger dan 6000 meter heeft?
  • We geen hond tegen kwamen op het strand in Tumbes, maar die ene die wel langs kwam over onze schoenen heen urineerde?
  • De lokale mensen voor het drinken, een beetje van hun drankje op de grond laten vallen voor de hun zo geliefde 'Pachamama' (moeder natuur)?
  • Zebrapaden echt een verspilling van verf zijn in dit land?
  • Zowieso iedereen hier met zijn ogen dicht lijkt te rijden en het gebrek aan rijvaardigheid goed probeert te maken met het zoveel mogelijk toeteren?
  • De kok Sheila bijna vermoord heeft met een sausje dat haar in zweten deed uitbreken?
  • We al twee maanden ons wc-papier in een prullenbakje scheidden, blijkbaar is het Zuid-Amerikaanse riool niet ontworpen voor papier..
  • En we zelf altijd wc-papier bij ons hebben omdat dat (net als de wc-brillen) nergens te bekennen is.

Wereldwonderen

We werden wakker in een totaal andere wereld. De nachtbus introduceerde, voor het eerst in weken, de kleur groen weer op ons netvlies. Ondanks dat Cusco bepaald niet op zeeniveau ligt, wordt de stad omringd door bomen, struiken en helder groen gras. Vanuit ons hostel keken we uit over een zee van rode dakpannetjes en tezamen met een paar mooie kerktorentjes, doet de stad erg gezellig aan. Wel moet opgemerkt worden dat alles, maar dan ook echt alles hier is omdat praktisch iedere toerist die Zuid-Amerika aandoet, voet zet in Cusco.

Nou is Cusco, zoals gezegd, een mooie stad, maar de meerderheid van de jaarlijks 400.000 bezoekers komen hier eigenlijk maar voor één ding: Machu Picchu, de eens verloren stad van de Inca's. De wereldberoemde 4-daagse wandeltocht over de originele route van de Inca's, van Cusco naar Machu Picchu zelf (de Incatrail) is traditioneel al maanden van tevoren volgeboekt dus namen wij één van de vele alternatieven.

Onze driedaagse 'Inca-jungle-tour' pikte ons vroeg bij ons hostel op en nadat de mountainbikes boven op het busje waren gebonden, reden we de berg omhoog naar 4300 meter hoogte. De helm en handschoenen leken niet echt afdoende om ons te beschermen bij een eventuele stuurfout langs de steile kliffen maar dat deed ons als ervaren nederlanders natuurlijk niet afschrikken. Op 1200 meter hoogte stopte onze (minst inspannende) fietstocht (ooit) helaas, want wat hadden we onderweg genoten van de uitzichten door het enorme dal.

Na een nacht in een simpel hosteltje (en een koude douche) vertrokken we met de groep van zeven man voor een zes-uur-durende wandeltocht. De hitte maakte het bijna ondragelijk, het moet zeker 40 graden zijn geweest in de zon, maar het landschap deed ons die ongemakken gauw vergeten. Na zes uur lopen kwamen we aan in het dorpje Aguas Calientes (wat warm water betekent) en werden we ironisch genoeg wederom welkom geheten met een koude douche.

Om vier uur 's ochtends werden we wakker (door aardige nederlanders die er wel aan hadden gedacht om een wekker mee te nemen) en begon onze voettocht naar ons tweede wereldwonder dit jaar. De Chinese muur was destijds al bepaald geen tegenvaller en dus hadden we hoge verwachtingen voor deze dag. Maar liefst 1800 treden zorgden er voor dat we zowel opgewarmd als wakker aankwamen op Machu Picchu (oude berg). Om zes uur 's ochtends gingen de poorten open en hadden we de oude stad even voor onszelf, wat gelijk ook het enige stille moment van de dag was. Dagelijks trekt deze plaats namelijk (maximaal) 2500 bezoekers.

Magisch en mystiek zijn volgens ons superlatieven die we dit jaar nog niet hebben gebruikt maar absoluut gelden voor Machu Picchu. Onze zeer hoge verwachtingen werden overtroffen, mede doordat je je blijft afvragen hoe de Inca's zo'n mooie, georganiseerde stad op zo'n onbegaanbare locatie (op 2400 meter hoogte) hebben kunnen bouwen. Om tien uur 's ochtends mochten we samen met 198 anderen Wayna Picchu (jonge berg) opklimmen, die nog eens 300 meter boven de stad uitsteekt.

Hier op deze berg vroeg Theo zijn liefde van zijn leven ten huwelijk en door Sheila haar ontroerde 'ja-antwoord' werd Machu Picchu voor ons een nooit meer te vergeten hoogtepunt van deze reis. 's Avonds, terug in het kleine dorpje vierden we onze verloving met de hele groep, (in stijl) in een pizza-tent met bier en pisco-sour.
We daalden even snel af vanaf onze roze wolk voor een 15 uur durende nachtbus naar Huacachina, een oase-dorpje tussen enorm hoge zandduinen. Hier gingen we met een zandbuggy de duinen in en daalden we met een snowboard af en dus konden we 'sandboarden' van ons 'to-do-lijstje' afhalen.

We zijn inmiddels alweer aangekomen in Lima, de hoofdstad van Peru, waarover we nog maar weinig leuke verhalen hebben gehoord (van andere reizigers) dus misschien reizen we wel snel weer door naar het noorden.

Wist u dat:

  • We cavia hebben geprobeerd (en dat dat ook gelijk de laatste keer was)?
  • Theo zijn lijfspreuk 'wat de boer niet kent, dat eet hij niet', achter zich heeft gelaten? Een paar weken terug at hij nog levende larven in de jungle (die trouwens naar cocusmelk smaakten)?
  • We de beste koffie in maanden kochten in een lokale Starbucks en dat we voor hetzelfde geld samen uit eten hadden gekund?
  • De Incajungle tour ons met een busje over een 'world-most-dangerous-road' bracht en dat de chauffeur de enige was die niet onder de indruk leek?
  • We voor het eerst dit jaar in een discotheek belandden (met onze bergschoenen en bezweette kleding nog aan)?
  • We een rivier zijn overgestoken in een bakje aan een kabel?
  • Theo dé ring uitzocht in twee minuten, omdat we doorgaans dagelijks niet meer tijd gescheiden zijn van elkaar?
  • De ring wonderbaarlijk genoeg paste, ondanks dat Theo geen maat wist en Sheila geen andere ringen ter referentie mee had?
  • Ons hostel in de oase een bbq organiseerde met onbeperkt eten en drinken voor 20 soles de man (5,-euro)?
  • We voor het eerst in anderhalve maand weer op zeeniveau zijn?
  • Je ons niet naar het 'hoe/wat/waar/wanneer/wie' hoeft te vragen met betrekking tot de bruiloft, we gaan eerst nog optimaal genieten van deze reis...

Het diep(s)tepunt

Het was een verademing om het vliegtuig(je), op weer een paar duizend meter hoger, in de hoofdstad van Bolivia, La Paz, uit te stappen. De temperatuur zakte, in vergelijking met de laatste paar dagen in de jungle, zeker 25 graden. De dag ervoor zochten we nog enige verkoeling in het mooie zwembad op de heuvel van het plaatsje Rurrenabaque, nu mochten (in de avond) de truien weer aan. Om niet nog een dag in La Paz door te brengen, namen we gelijk een gedeelde taxi (3 uur, 5 euro!) naar Copacabana.

De grootste trekpleister van de stad is het enorme meer, Titicaca, waaraan Copacabana gelegen is. Een nogal gammel en lawaaïerig bootje bracht ons naar Isla del Sol (het zon-eiland, waar de Inca's (een stam die in dit gebied leefde vanaf de 12e tot de 15e eeuw) dachten dat de zon is ontstaan), voor een wandeling dwars over het 15 km lange eiland. Adembenemend was de wandeling, niet omdat de omgeving nou zo heel speciaal was, maar omdat Titicaca het hoogste (grote) meer ter wereld is en er maar zo'n 60% van de normale hoeveelheid zuurstof heerst. Hijgend en puffend beklommen we de heuvels van het op 3800 meter hoogte gelegen eilandje. 's Avonds genoten we van de heerlijkste, vers gevangen, forel.

Nu we een goede drie weken van Bolivia hadden genoten, was het tijd om de grens naar Peru over te steken. Eerste stop was Arequipa, een stad met meer dan een miljoen inwoners. Het mooiste plein dat we ooit zagen werd nog eens extra geaccentueerd door de ruim 6000 meter hoge vulkaan op de achtergrond. Na een dagje struinen (waarin we de tijd namen om uit te zoeken wat-en-hoe er in de omgeving te doen is), vertrokken we naar de op-één-na-diepste canyon ter wereld, de Colca canyon (3191 meter diep).

We waren blij dat we niet hadden gekozen voor een georganiseerde tour (met gids) om deze spectaculaire kloof te verkennen, dit had ons bezoek veel gehaaster en minder prettig gemaakt. Vanuit ons hostel kregen we namelijk prima informatie om zelf op verkenning te gaan. De lokale bus bracht ons (voor 25 cent) naar de condors, de grootste landvogels ter wereld die tot wel drie meter spanwijdte kunnen groeien. Op de foto's is helaas de diepte nooit goed te zien, maar het was echt heel gaaf om deze dieren in hun natuurlijke omgeving te zien. We wandelden de 12 km terug naar het dorpje (welke overigens heel mooi omgeven was door 'Aziatische' terrassen) als voorbereiding op de dag van morgen.

Die dag hadden we namelijk volledig uitgetrokken voor een wandeling over (hemelsbreed) nog geen twee kilometer. Het smalle paadje dat naar het diepste punt van het dal leidde was helaas al behoorlijk vernield door de lastdieren die worden gebruikt om voorraden naar de dorpjes te brengen. We konden eigenlijk alleen van de (spectaculaire) omgeving genieten als we stil stonden. Onderaan wachtte ons een verkoelende duik in een zwembad en een koud biertje.

Weer eens zes uur met de bus en we waren weer terug in Arequipa (waar je eigenlijk wel naar terug moet vanuit de canyon). Hier boekten we nog een middagje raften over de 'Chili-rivier'. Achteroverhangen en rustig varen was er niet bij, we moesten vol aan de bak om alle stenen te ontwijken en om de watervallen goed door te komen. We hebben zoveel lol gehad dat we ons voornemen dit nog eens te doen.
Vanavond nemen we de nachtbus naar Cusco, de oudste, continu bewoonde stad van Zuid-Amerika waar misschien wel het hoogtepunt van het continent wacht: Machu Picchu.

P.S. We zijn op zoek naar een spreuk voor op Gerard zijn nieuwe vrachtwagen. De tekst moet op het leven én het bedrijf slaan, dus dubbelzinnig zijn (denk aan: 'No risk, no fun', 'You will never know', 'Circle of life'). Wij hebben in het verhaal '8 days a week' (wat zelf al een spreuk op een van de vrachtauto's is) nog een paar voorbeelden verwerkt. De winnaar kan rekenen op eeuwige roem op deze website.

Wist u dat:

  • Sheila de beste 12 euro van haar leven besteedde aan een muildier (kruising tussen een ezel en een paard), die haar uit de Colca canyon naar boven bracht?
  • Theo lange tijd niet zo stuk heeft gezeten na een wandeling?
  • We Alpaca- en Lamavlees hebben gegeten? (welke allebei echt prima te eten zijn).
  • In Peru de cavia een delicatesse is en dat we die dus nog gaan proberen?
  • De allerdiepste canyon ter wereld hier vlak bij ligt (en maar 163 meter dieper is dan 'onze' Colca canyon)?
  • Er ons nu vaker wordt gevraagd wanneer we terugkomen?
  • Dat onze terugvlucht gepland staat op 22 december (18:30 uur, Schiphol) en dat de resterende dagen worden afgeteld op ons 'profiel' (een tabblad boven aan deze pagina)?
  • Peru (30 keer groter dan Nl.) het op twee-na-grootste land van Zuid-Amerika is en dat we daarom (helaas) nogal wat tijd in bussen besteden?
  • We nooit meer de voorste rij in een lokale bus boeken?Omdat de bus standaard overbevolkt is, moet je (als jongere) namelijk altijd als eerste je stoel afstaan aan ouderen die de bus later betreden (of, zoals Theo, anderhalf uur met een wildvreemd jongetje op schoot moet zitten).
  • De 'kapitein' van de raft kostelijk moest lachen toen wij naar de rechterkant van de boot sprongen terwijl hij alleen maar vroeg 'everything all right?' (wij verstonden: 'all to the right!')

Het Amazone gebied

Met voornamelijk hagelwitte gebouwen, strak aangelegde parken en kleurrijke mensen moet Sucre inderdaad één van de mooiere steden van Latijns Amerika zijn. Uren hebben we doorgebracht in het park, onder het genot van een ijsje of een vers-uitgeperst fruitsapje, genietend van de levendigheid van de straatcultuur. Schoenpoetsers (variërend in leeftijd tussen 8 en 88), autowassers, sieraadverkopers, bedelaars, marktlieden, iedereen probeert iets beter te worden van (onder andere) onze westerse rijkdom. Het uitstapje naar het dinosauruspark, met echte pootafdrukken in de versteende klei, was op z'n minst educatief te noemen (dat we de enige bezoekers waren deed echter wat af aan de beleving).

De slechte (Aziatische) ervaringen zorgden voor lichte tegenzin bij het boeken van de nachtbus naar de hoofdstad La Paz. Onze ergste vermoedens bleken ongegrond, we namen plaats in de meest luxe bus die we ooit zagen. Na een redelijke nacht slaap reden we het dal in waarin La Paz is gebouwd. We besloten het afdalen van 'the world's most dangerous road' per mountainbike over te slaan en het veel veiligere paragliden (en dat is geen grapje) te gaan proberen. Onze vaardige 'piloten' zorgden voor een onvergetelijke, half uur durende vlucht door de schitterende vallei. De goed gezekerde foto-camera-stok leverde mooie foto's en video's op.

De Boliviaanse luchtmacht bracht ons (waarschijnlijk om wat bij te verdienen, we horen jullie denken: dat zou onze luchtmacht ook moeten doen..) in maar drie kwartier, 410 km verder en 3500 meter lager. Daarnaast brachten ze ons in een compleet andere wereld. Het Amazone basin is een jungle met de grootste diversiteit aan dieren in de wereld. De hitte en luchtvochtigheid sloeg ons om de oren toen we (op het gras) uitstapten op de 'luchthaven' van Rurrenabaque.

Onze 'eco-friendly-tour' reed ons in drie uur over een nogal stoffige weg naar de accommodatie waar we de komende drie dagen zouden verblijven. Na een hartelijk welkom stapten we 's middags gelijk in de boot om langs de bruine rivier op zoek te gaan naar krokodillen, schildpadden, aapjes, capibarra's (een soort cavia, ter grootte van een schaap), vogels in elke kleur, anaconda's (een slang van over de tien meter en die we na lang zoeken helaas niet hebben kunnen vinden) en roze dolfijnen. Blind had je moeten zijn om geen krokodillen te zien, we schatten er meer dan duizend te hebben zien liggen in de uitstapjes met de boot. De gids had er dan ook moeite mee om ons ervan te overtuigen dat het veilig was om bij de dolfijnen te gaan zwemmen, met de alligators (maar zonder de agressieve kaaiman) op de oevers, soms nog geen 20 meter van ons vandaan. Feit is dat we al onze vingers en tenen nog hebben en het zwemmen met de intelligente zoogdieren weer een hele ervaring was, ongetwijfeld versterkt door het gevaar.
Vrijdag zullen we terug vliegen naar La Paz, waarna we de laatste plaats in Bolivia, Copacabana (en het Titicacameer) zullen aandoen. Dan hopen we de grens met Peru over te steken.

Wist u dat:

  • We de bus in Sucre naar het dinosauruspark de verkeerde kant op namen waardoor we zeker anderhalf uur nodig hadden om op plaats van bestemming aan te komen?
  • Een paar van de Bolivianen die samen met ons de nachtbus instapten zich voordeden als passagiers of afscheid-nemende familieleden, maar eigenlijk dieven waren en ongemerkt met twee (hand) tassen de bus net voor vertrek verlieten?
  • Bolivia de slechtste locatie ter wereld voor zijn hoofdstad moet hebben gekozen, midden in een nauwe vallei waardoor er praktisch geen straat rechtloopt?
  • De kroket een beetje tegenviel (waarschijnlijk door de tien maanden hoge verwachtingen), maar de appeltaart hemels was in het Nederlandse restaurant in La Paz?
  • Bolivianen geloven dat een ongeboren lamafoetus in de fundering van hun huis geluk brengt? (en we die hadden kunnen kopen op de markt)
  • We langs de gevangenis kwamen waarin vroeger rondleidingen werden gegeven en een cocaïne fabriek was gevestigd?
  • De bus ons ook naar het Amazone basin had kunnen brengen maar dat dat (410 km lange) stukje ons zeker 24 tot 36(!) uur had gekost?
  • Ze het 'piranha-vissen´ beter 'piranha-voeren' hadden kunnen noemen, daar we meer aas hebben verbruikt dan we vis hebben opgehengeld?
  • We zeker dertig teken (die gelukkig hier geen ziektes dragen) uit elkaars huid hebben moeten halen? (van reizen leer je elkaar echt beter kennen..)
  • Onze eerste regen in twee maanden een geschenk uit de hemel was, omdat het de temperatuur zeker 20 graden naar beneden bracht?
  • We ervan bewust zijn dat we in die twee maanden vast wat regen van jullie in Nederland hadden mogen lenen?

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Tiara Tours